De Leidse kiemen van de popcultuur, 1962 – Leiden – Jurre Zwinkels

De Leidse kiemen van de popcultuur

Van platencontract tot fanclub

Herman Ligtvoet is twintig jaar oud wanneer hij met zijn bandje als eerste Leidse muziekgroep een grammofoonplaat mag opnemen. Har van Fulpen brengt als zeventienjarige jongen met een eigen stencil- en typemachine het tienerblad De Hitparade uit. Bijna zestig jaar later spreken de twee hoofdrolspelers van toen over het ontstaan van de popcultuur in Leiden.

,,Leuk dat je nog leeft.” Welgemeend en zonder enig sarcasme ontvangt Herman Ligtvoet (1943), beter bekend als Tony Light, Har van Fulpen (1946) in zijn vrijstaande huis aan de rand van de Noordwijkse duinen. De muzieknoten aan het hek vooraan zijn oprit verklappen dat hier een liefhebber woont. ,,Ik vind het ook leuk dat jij nog leeft. Ik denk dat het wel 56 jaar geleden is dat wij elkaar voor het laatst hebben gesproken,” pareert Van Fulpen vlot. Ondanks de jaren zijn de twee direct comfortabel. Aan tafel zit popgeschiedenis. De eerste Leidse muzikant met een platencontract met tegenover hem, plaatsgenoot en geestelijk vader van de eerste Nederlandse tienerfanclubs. Van onder meer de Haagse rockgroep de Ricochets (later The Motions), The Beatles en niet in de laatste plaats van Tony Light and the Bell Boys.

Grammofoonplaatje

Al van kleins af aan maakt Ligtvoet muziek. Op z’n achttiende neemt hij als gitarist in Johnny and his Bell Boys de rol van frontman Johnny over; Tony Light and the Bell Boys is geboren. Ze spelen op Cliff Richard and the Shadows geïnspireerde Rock ‘n’ Roll ,,In Leiden was er niet zo gek veel te doen in die tijd, maar we waren gek op muziek. We speelden vaak in een uitverkochte Kleine Burcht in de Moriaansteeg en ook in Het Leidse Volkshuis op de Apothekersdijk.”

DE LEIDSE KIEMEN VAN DE POPCULTUUR, 1962 – LEIDEN – JURRE ZWINKELS

Illustratie: Eric Coolen

Ligtvoet wordt na één van zijn vele optredens in Leiden in 1962 gebeld door
platenmaatschappij Bovema, toentertijd de grootste platenmaatschappij van Nederland. Tony Light and the Bell Boys mogen naar de studio in Heemstede komen voor de opname van een 7”-singletje met de liedjes Ruby Ann en Twistin’ Patricia. Vooral dit laatste nummer, geïnspireerd op het bekende Mexicaanse wijsje Cielito Lindo, wordt een groot succes. ,,Ik herinner me de commotie die in Leiden ontstond. Een Leidse groep die een plaat had opgenomen. Dat was wereldnieuws.” Volgens Van Fulpen werden de plaatjes in de jukeboxen van de Leidse kroegjes grijsgedraaid. Ligtvoet reageert koeltjes: ,,Het overkwam ons. Halverwege de Haarlemmerstraat op nummer 66 zat de muziekwinkel van Gé Hofenk. Het was daar op zaterdag sowieso al druk, maar op de dag dat het singletje uitkwam stond het zwart van de mensen. Tot halverwege het midden van de Haarlemmerstraat stond er een gigantische rij. Je kon over de hoofden lopen.” Tony Light and the Bell Boys waren voor even een hit in Leiden. Ook het Leidsch Dagblad berichtte hierover op 30 maart 1963.

Op de hoogte blijven?


“Tony Light. The Bell Boys. Engelse namen, waarachter vijf Leidse jongens schuilgaan. En hun echte namen mogen vandaag ook wel in de krant, want ze hebben een grammofoonplaatje gemaakt (hun eerste!), dat deze week van de Bovema-persen is gekomen.”

De Hitparade

Ook Van Fulpen heeft in zijn tienerjaren een grote interesse voor nieuwe muziek. Hij is lid van de fanclubs van Buddy Holly en The Everly Brothers en volgt alle ontwikkelingen in de mondiale tienermuziek op de voet. ,,De hitlijsten in de Nederlandse muziekbladen vond ik waardeloos. Ze waren vaak verouderd en de artiesten waarover ik las waren niet de bands die ik interessant vond. Zo ontstond het idee om zelf een blaadje te maken. Ik noemde het De Hitparade.” Tijdens het luisteren naar Radio Luxemburg turft Van Fulpen eigenhandig met welke regelmaat welke artiest wordt gedraaid. Op basis daarvan maakt hij een eigen tiplijst. Gewapend met een tweedehands stencil- en typemachine gaat hij aan de slag. ,,Een abonnement op het maandblad kostte 3 gulden per jaar en losse nummers verkocht ik voor 0,35 cent. Al snel had ik zo’n 200 betalende leden. Mijn neef maakte de illustraties en het schrijven, stencilen en versturen deed ik alleen. Wel had ik op den duur een paar correspondenten uit Engeland, België en Denemarken die ik via pen pal-advertenties had weten te strikken om ook hun nieuws met me te delen.”

De populariteit van Tony Light and the Bell Boys brengt de ondernemende Van Fulpen op een idee: ,,Door een fanclub te beginnen voor Tony Light and the Bell Boys, dacht ik gemakkelijk aan nieuwe leden te kunnen komen. Wel vond ik het belangrijk om niet zonder goedkeuring van de band te starten. Zodoende vroeg ik Herman of hij akkoord was.” Waar Ligtvoet en Van Fulpen elkaar voor het eerst ontmoeten kunnen ze zich beiden niet meer helder voor de geest halen, maar vereerd was Ligtvoet wel. ,,Een eigen fanclub is toch wel heilig. Ik ging dus ook meteen akkoord. De Hitparade van Har zorgde voor de nodige publiciteit en dat vond ik ook toen al erg belangrijk.”

Gewapend met lidmaatschapsfoldertjes bezoekt Van Fulpen de speelavonden van Tony Light and the Bell Boys. ,,In een tijd van ommezien verdubbelde de oplage van de Hitparade van 200 naar 400 leden.” Door een aparte pagina toe te voegen aan De Hitparade kan Van Fulpen aandacht schenken aan The Bell Boys met allerhande nieuwtjes heet van de naald.

Tony Light and the Bell Boys

Fragment uit De Hitparade – Bell Boys Fanclub

“The Bell Boys zijn hard bezig met vernieuwing en vergroting van het instrumentarium. Ook is er nieuwe bandkleding nodig. Als dat allemaal achter de rug is dan zul je je ogen en oren niet geloven.“

“Radio Veronica was niet meer in het bezit van Ruby Ann en Twistin’ Patricia. Wij hebben gezorgd dat hij weer in de discotheek kwam. Zorg jij dat hij niet blijft staan? Vraag aan alle discjockeys of ze hem hebben en willen draaien.”

Love me do

Maar nog voor dat de fanclub van The Bell Boys een feit is, hoort Van Fulpen in december 1962 op radio Luxemburg voor het eerst ‘Love me do’ van The Beatles. Van Fulpen is meteen verkocht. ,,Na wat onderzoek heb ik het adres van het kantoor van hun manager Brian Epstein achterhaald en schreef ik hem in januari ’63 een brief met de vraag of ik een fanclub mocht beginnen.” Negen maanden later krijgt hij antwoord. ,,Ik ontving een officiële brief van Epsteins secretaresse dat het akkoord was.” Daarmee is op 10 november 1963 de Official Dutch Beatles Fanclub een feit. Een half jaar later interviewt het Leidsch Dagblad Van Fulpen waar hij poseert mét Beatlepruik.

“Har draait geen platen van Elvis meer. En de diagnose is snel gesteld: hij vertoont alle kenmerken van een goedaardig soort Beatle-manie.”

In juni 1964 komen The Beatles voor het eerst (en laatst) naar Nederland. Van Fulpen is als voorzitter van de fanclub aanwezig op Schiphol waar hij enkele woorden met zijn idolen wisselt en ze zelfs even aanraakt. Ook is hij vervolgens bij de enige twee optredens van The Beatles in Nederland. Op 5 juni in Treslong in Hillegom voor Vara-televisie is Van Fulpen aanwezig als pers in de coulissen. Een dag later op 6 juni 1964 spelen John, Paul, George en Jimmy Nichol (de vervanger voor de zieke Ringo Starr) in een groenteveilinghal in het West-Friese Blokker.

Albumhoes – Tony Light and the Bell Boys

Na de optredens in Blokker en de Vara-uitzending is de Beatlemania een feit. De Beatlesfanclub groeit en De Hitparade wordt steeds meer een blad over The Beatles en hun fanclub. ,,Vooral het nummer van 12 juni 1964, geschreven, gedrukt en verstuurd binnen een week na het Nederlandse optreden van The Beatles. Zo overschaduwden ze alle andere artiesten en moest ik een aantal fanclubs van de hand doen.”

Christientje

Ligtvoet was niet zo kapot van de nieuwe popmuziek, ,,Het spreekt je aan of niet aan. Ik had bewondering voor de composities van The Beatles, maar ik was toch meer van The Shadows en Cliff Richard.” Na het uitbrengen van het singletje Twistin’ Patricia treedt de Leidse band nog geregeld op, maar van een tweede single bij Bovema komt het niet. Ligtvoet moet in dienst en daarmee komt er een einde aan de band, maar niet aan de carrière van Ligtvoet, ,,Ik ben na mijn diensttijd solistisch gegaan en heb een aantal Nederlandstalige singletjes uitgebracht bij Sony zoals de liedjes ‘Heb Je Alles Vergeten’ en ‘Christientje.” Hij kan met muziek zijn brood verdienen, maar niet op de manier zoals hij dat in eerste instantie gehoopt had. Ligtvoet werkt als vertegenwoordiger voor een platenmaatschappij, maar blijft in zijn vrije tijd muziek maken. Halverwege de jaren zeventig opent Ligtvoet een grammofoonplatenwinkel in winkelcentrum De Kopermolen in de Merenwijk in Leiden. Ook is hij vanaf 1974 eigenaar van platenmaatschappij SamSam Music waar hij tot op de dag van vandaag nog muziek uitbrengt.

Waar de komst van de The Beatles en het ontstaan van de bijbehorende popcultuur het einde betekent voor Tony Light and the Bell Boys, is het effect voor Van Fulpen juist averechts. ,,De fanclub groeide aanzienlijk en in 1966 telde hij 1060 leden en zelfs tot na het uit elkaar vallen van de band in 1970 volgden er nog vele hoogtepunten.” Zo herinnert Van Fulpen zich nog de eerste landelijke Beatlesdag in Leiden op 11 september 1971 in het  Kreatief Sentrum aan de Breestraat, ,,Er kwamen zo’n tweeduizend fans samen en er werden films gedraaid, dia’s vertoond en bandjes met geluidsopnamen en platen verkocht.” In 1979 draagt hij het voorzitterschap na 16 jaar over. Tot op de dag van vandaag is de Beatlesfanclub Nederland nog zeer actief. Met trots kijkt Van Fulpen terug, ,,Het is bijzonder dat ik rechtstreeks in contact stond met de band. Niet met de Beatles zelf natuurlijk, maar wel met hun secretaresse. Ieder jaar ontving ik kerstkaart, mét handtekeningen van John, George, Paul en Ringo. Ik ze heb nog steeds. Een heel bijzonder kerstcadeau.”

TOP OF FLOP

De wereld was nog niet klaar voor The Beatles in 1963. Een jaar ervoor stond Zwei Kleiner Italiener van Conny Froboess nog hoog in de top 40. ‘Muzikaal gezien is het een catastrofe, met gitaren en drums waarop een genadeloze beat wordt geragd die zich niets aantrekt van secundaire ritmes, harmonie en melodie. Hun teksten (die zijn doorspekt met krankzinnige yeah-yeah-yeah-kreten) zijn nog erger een lachwekkende reeks romantische sentimenten niet zouden misstaan op een valentijnskaart’ schrijft een criticus van Newsweek. Of, in februari 1964 in The New Statesman: ‘Onze samenleving wordt al enige tijd gehersenspoeld als voorbereiding op deze apotheose van het onzinnige.’ en ,Toen ik zestien was, bezocht ik met vrienden Beethovens Negende Symfonie. We zouden nog geen dertig seconden van onze kostbare tijd aan The Beatles en hun soort hebben verspild.’ Het beroemdste fragment is Top Of Flop in 1963 waar de voltallige ‘vakjury’ I Want To Hold Your Hand met Flop bestempeld en het uiterlijk van de band omschrijft als dat van ‘viswijven’.

Toch stonden The Beatles in april 1964 op de eerste vijf plekken van de Billboard Hot 100, en met nóg zeven nummers in de top 100. Vergeet ook die twee liedjes niet die over The Beatles gingen die de Top 100 haalden. De goegemeente ging langzaam overstag toen The Beatles gehuldigd werden door hun koningin en er Britse politici van Labour waren die toegaven fan te zijn van de Fab Four, om stemmen te trekken. Labour won de verkiezingen.

Over ons

History Repeating wordt gemaakt door jeugdvrienden Jurre en Mark. Ze delen een passie voor muziek, mooie verhalen én de fiets.

Jurre Zwinkels (1986) playbackte op zijn tiende Territorial Pissings van Nirvana en werkt als communicatieprofessional en freelancejournalist.

Mark Siera (1985) is mede-eigenaar van platenzaak Velvet in Leiden, organiseert het Peel Slowly And See Festival en schrijft met enige regelmaat over muziek in het Leidsch Dagblad.