In 1996 en in 1999 treedt Jools Hollands Big Band op in het LVC. De pianist en bandleider staat bekend om zijn beroemde gastmuzikanten. Zo gaat het gerucht dat Eric Clapton in 1996 mee zou komen. Die komt niet. Maar is er de keer erop, in 1999, niet ook een George in zijn entourage? ,,Ik denk dat je je vergist. Die zat in een andere band genaamd The Beatles.’’
Jools Holland groeit op in een buitenwijk van Londen. Als hij acht jaar oud is heeft hij zichzelf piano leren spelen. In zijn tienerjaren speelt hij in de lokale pubs. ,,Je zocht een kroeg met een piano. En dan vroegen we of we mochten spelen en dan begonnen we gewoon. Zo startten we de band Squeeze. Iedereen vond het leuk. De eigenaar van de pub Brick Players Arms vroeg ons terug en we kregen tien pond ofzo. Toen waren we vijftien, we gingen door en toen we achttien waren speelden we opeens in The Marquee Club. Dat was fantastisch.’’ De eerste plaat waar Jools Holland op mee speelt is op ‘Fuck Off’ van Wayne County & The Electric Chair. De eerste zin: ,,If you don’t wanna fuck me, baby, baby, fuck off’’. ‘Fuck off’ wordt een hit en Jools speelt met de band in de Marquee Club. ,,Ik weet nog dat ik mijn moeder meenam naar die show. Toen Wayne opkwam, juichte het publiek, maar tegelijkertijd riepen ze ‘Fuck Off!’. Mijn moeder begreep er niets van. ,Waarom roepen ze dat, hij heeft nog helemaal niets gedaan!’ De Marquee Club was fantastisch.’’
LVC
Het LVC was een tot poppodium verbouwde school aan de Breestraat, die vanaf 1969 tot 2013 in gebruik was. In 2013 sluit de zaal, om in 2014 op een andere plek als de Nobel door te gaan. Het LVC is niet groot. Voor de Jools Holland Big Band moest het podium worden vergroot. Te Marvelde: ,,We moesten een beetje improviseren dus hebben we met blokken en sloophout een soort uitbouw gebouwd waar z’n vleugel op kon staan.’’ Volgens Jools Holland was elk podium waar hij speelde te klein, daarin was het LVC geen uitzondering. En nu het LVC niet meer bestaat, moet de zaal een plekje krijgen in de Lakenhal, volgens Jools Holland: ,,Zo snap je hoe plekken ontstaan, die zijn er niet zomaar opeens.’’
Na de eerste drie platen van Squeeze besluit Holland in 1980 de band te verlaten. Vanaf de jaren tachtig maakt hij solowerk, speelt op albums van The Fine Young Cannibals en The The mee en begint te werken voor de BBC. Na een programmareeks onder de naam The Tube, begint in 1992 Later…With Jools Holland. En sindsdien is het muziekprogramma, waar hij in elke aflevering verschillende muzikale gasten ontvangt en begeleidt, op televisie. Het programma groeit uit tot een instituut en wordt in meer dan vijftien landen uitgezonden. Elke denkbare artiest heeft bij Later… gespeeld; in het eerste seizoen kwamen The Neville Brothers, Nick Cave, Sonic Youth en Joan Baez langs, in het laatste, 61e, seizoen traden onder meer The 1975, Suede, Burna Boy en Arctic Monkeys op. ,,Toen ik ermee begon dacht ik: ,Ben ik op tv of speel ik muziek? Wat doe ik hier?’ Maar ik realiseerde me dat wanneer ik muziek maak, thuis, in de studio, in de Royal Albert Hall of in het LVC, het allemaal hetzelfde is. Je plugt allemaal in op hetzelfde magische ding dat muziek is. En hoe meer je er van weet, hoe minder je het begrijpt.’’
In 1995 wordt The Beatles Anthology uitgebracht; een boek, een cd-serie en een documentaire waarin de geschiedenis van de band op diverse manieren wordt uitgelegd. Jools Holland wordt gevraagd voor een deel van de interviews nadat hij Paul McCartney en George Harrison had leren kennen via zijn tv-programma. ,,Ik heb een uitzonderlijk leven gehad, waarin dingen zijn gebeurd die je eigenlijk niet verwacht.’’
Jools Hollands Big Band speelt twee keer in het LVC. ,,Het LVC was een beetje een oude, afgeragde tent toen’’. Aan het woord is George te Marvelde, vrijwilliger in het LVC, en op de dag in 1999 dat Holland kwam spelen, de host. Of, zoals hij zelf zegt: ,,De huisroadies. Wij hadden zo’n clubje allround types en we noemden onszelf de Humpers. Bij een band krijg je altijd een rider met technische wensen en daar zit ook altijd een velletje bij met boodschappen die ze graag per bandlid willen. Claw Boys Claw vroeg bijvoorbeeld altijd een kokosnoot en een hamer, gewoon om te kijken of de rider wel werd gelezen. En Jools Holland had een heel bescheiden drankbestelling voor zo’n grote band, maar ze wilden wel ansichtkaarten met een postzegel erop, zodat ze een kaartje naar huis konden sturen.
Volgens Jools Holland zijn kroegen en kleine poppodia belangrijk voor de ontwikkeling van nieuwe muzikanten. ,,Ze hebben kansen nodig. Ik denk dat de laatste paar honderd jaar er altijd een plek is geweest, een tavern of een gemeenschapsruimte waar je kunt spelen. Je moet kunnen experimenteren om uit te vinden wat je repertoire is. Dat leer je op kleine plekken en die plek in Leiden, het LVC, was daar een perfect voorbeeld van. Het was de perfecte grootte voor een beginnende artiest.’’ Jools Holland heeft wel wat met Nederland en met Leiden in het bijzonder. ,,Ik was er laatst nog. Ik bezocht de Lakenhal. Prachtige schilderijen: dat schilderij van de burgemeester die z´n arm aanbiedt aan het volk! Er hing er ook een uit ongeveer 1500 van een pelgrim op zijn reis en hij wordt aangesproken door een vriendelijk iemand, maar dat blijkt de duivel te zijn. Prachtig. Oh, en ik kreeg een parkeerbon in Leiden. En dat was mijn schuld.’’
Jools Holland sliep in 1999 in Hotel Nieuw Minerva volgens te Marvelde. Jools weet het hotel niet meer, maar het was: ,,Een ouderwets hotel met uitzicht op de gracht.’’ Het uitzicht vanuit het hotel biedt inspiratie: ,,Toen we in Leiden waren, was het winter. Er hing een grote maan, reflecterend in de gracht. Leiden was prachtig. In het volgende hotel in Amsterdam stond een piano op de kamer en daar schreven we Valentine Moon. Dat was een behoorlijk succesvol liedje voor ons, de single is ongeveer een miljoen keer verkocht. Een liedje over de maan in Leiden dus.’’ Holland is ook bekend met Leidse tradities: ,,Het was de tijd vóór het internet op je telefoon, dus we hadden een gidsje mee. En daar stond het verhaal over hutspot in. Dus we gingen op zoek naar een restaurant waar ze dat hadden, maar dat stond alleen maar in oktober op het menu. We vonden wel een kleine bar en ik herinner me dat ik het daar geweldig vond. Als je in Leiden woont denk je vast: blah, blah, blah, whatever, maar ik herinner me nog hoe fijn we ’t daar hadden.’’
SAM BROWN & GEORGE HARRISON
Naast Mick Talbot van The Style Council, die, zoals het Leidsch Dagblad schrijft, meer dan verdienstelijk het orgel beroerde, was ook zangeres Sam Brown te gast in het LVC. Sam Brown behoort tot de vaste schare muzikanten waarmee Jools Holland toert. Holland: ,,Sam kende George goed, omdat haar vader, Joe Brown, in de jaren 60 een grote popster was. Eén van Engelands eerste echte sterren. Een working class popstar, een man van het volk. The Beatles speelden in zijn voorprogramma. En toen zij halverwege de toer populairder werden, was Joe zo edelmoedig om de rollen om te draaien en voor hen het voorprogramma te doen.’’ Een jaar na de dood van George organiseerde Eric Clapton een eerbetoon in The Royal Albert Hall: The Concert For George. Alle usual suspects speelden mee, maar Joe Brown krijgt de eer de avond solo af te sluiten met ‘I See You In My Dreams’.
Het publiek in het LVC in 1999 heeft het ook fijn. Het Leidsch Dagblad scrijft daags na het optreden: ‘Bijzonder hecht klinkt de band, met uitgekiende basic gitaarsoli, heerlijk afwisselende strakke, dan weer speelse drums, gecombineerd met de intense orgelklanken van Mick Talbot. Jools Holland kiest voor publieksparticipatie en hij hoeft er geen enkele moeite voor te doen. ‘I’m in the dancin’ mood, zingt het hele LVC en ‘From my head till my shoes, I’ve got rhythm & blues’. Je ziet het en je voelt het, inderdaad, tot in je tenen.’ Te Marvelde kan deze conclusie alleen maar onderschrijven. ,,Het beste concert van het decennium.’’ ,,Ze kwamen met z’n drietjes binnen, geloof ik,’’ George te Marvelde moet wel even graven, maar dan vindt hij terug wat er die dag gebeurde. ,,Ik was aanspreekpunt die dag. Dus als zij iemand nodig hadden voor techniek, kon ik ze aan hem voorstellen. Je hebt een map met contracten en een bos met sleutels. En als er dan een band was waarvan ik dacht dat ik er wel een beetje kijk op had wat zij leuk vinden, dan zette ik ook zachte achtergrondmuziek op. En toen stelde iemand zich aan me voor: ‘I am George,’ zei hij. ‘Me too,’ zei ik. Maar ik herkende hem niet, want hij was kaal.’’
In 1997 wordt er bij George Harrison keelkanker geconstateerd, maar met radiotherapie lijkt de kanker al snel genezen. ,,Het kwam puur door het roken,’’ zei hij er zelf over. Twee jaar later, in de vroege uurtjes van 30 december 1999 breekt er iemand in in het huis van Harrison. Terwijl zijn vrouw Olivia de politie belt, ziet Harrison vanaf de galerij een verwarde man staan. ‘Kom naar beneden’ schreeuwt de man, terwijl hij op Harrison afstormt. In een korte worsteling wordt George Harrison meerdere keren in zijn borst gestoken. Olivia heeft inmiddels de politie gealarmeerd, en even lijkt het erop dat ze na Yoko Ono de tweede vrouw van een Beatle is die haar man vermoord ziet worden. Dan komt ze tot zichzelf en slaat de indringer met een koperen pook en een lamp. Harrison overleeft ternauwernood veertig messteken en een geperforeerde long.
Hij reageert er met z’n eigen onderkoelde humor op: ,,Het was geen inbreker, en hij kwam zeker geen auditie doen voor The Travelling Wilburys.’’ Niet lang daarna keert de kanker terug, nu in zijn longen. Eind 2001 overlijdt George Harrison.
George te Marvelde: ,,In mijn vriendenkring maakten we altijd Beatlegrapjes. Dus toen ene George met een Liverpools accent in het LVC zich aan me voorstelde, schoot ik meteen in de lach. Maar dan dringt het geleidelijk toch tot je door. En terwijl ik plaatjes aan het draaien was, kwam hij naast me staan. En hij begon een beetje door mijn platen heen te snuffelen. ‘Zijn die van jou?’ vroeg hij me. We hebben een beetje plaatjes staan draaien samen.’’
,,Ik denk dat hij ons verwart met The Beatles. Dat was de groep waar hij in zat. Een gemakkelijk gemaakte fout, maar toch écht een andere groep’’, lacht Jools de vraag of Harrison in ’t LVC was weg. Om er vervolgens wel serieus op in te gaan: ,,In 1999 namen we onze eerste plaat op met de Big Band. De platenmaatschappij had ons gevraagd een album op te nemen met allemaal samenwerkingen. En één van de eersten die toezegden was George Harrison. Daar waren we allemaal erg opgewonden over. Aan het eind van de toer door Nederland gingen we naar Zwitserland, waar George behandeld werd voor kanker, en daar namen we het nummer Horse To The Water op.’’ Maar was George Harrison ook in het LVC? Jools: ,,Ik geloof in de kerstman. Ik wil geen mooie verhalen om zeep helpen. Dus ik denk dat hij bij die show aan kwam wippen,’’ hij weegt zijn woorden, ,,Mijn geheugen is een beetje mistig, omdat het zo lang geleden is en tegelijk herinner ik me veel dingen nog wel. Ja, George kan daarbij geweest zijn.’’
Waarom George Harrison er die avond bij is, blijft in nevelen gehuld, al heeft Te Marvelde wel een idee: ,,Die man was ziek en hij wilde gewoon lekker met z’n vrienden uit. Hij had een goede dag, denk ik.’’